学习荷兰语 :: 第1课去见某人

荷兰语词汇

用荷兰语怎么说？ 你好; 早上好; 下午好; 晚上好; 晚安; 你叫什么名字？; 我叫___; 对不起，我没听见; 你住在哪里？; 你来自哪里？; 你好吗？; 我很好，谢谢; 你呢？; 很高兴认识你; 很高兴见到你; 祝你愉快; 待会见; 明天见; 再见;

1/19

你好

Hallo

大声跟读

2/19

早上好

Goedemorgen

大声跟读

3/19

下午好

Goedemiddag

大声跟读

4/19

晚上好

Goedenavond

大声跟读

5/19

晚安

Goedenacht

大声跟读

6/19

你叫什么名字？

Wat is jouw naam?

大声跟读

7/19

我叫___

Mijn naam is ___

大声跟读

8/19

对不起，我没听见

Sorry, ik heb je niet gehoord

大声跟读

9/19

你住在哪里？

Waar woon je?

大声跟读

10/19

你来自哪里？

Waar kom je vandaan?

大声跟读

11/19

你好吗？

Hoe gaat het met je?

大声跟读

12/19

我很好，谢谢

Prima, dank je

大声跟读

13/19

你呢？

En met jou?

大声跟读

14/19

很高兴认识你

Aangenaam kennis met u te maken

大声跟读

15/19

很高兴见到你

Fijn om je te zien

大声跟读

16/19

祝你愉快

Prettige dag!

大声跟读

17/19

待会见

Tot ziens

大声跟读

18/19

明天见

Tot morgen

大声跟读

19/19

再见

Dag

大声跟读

第2课: 请和谢谢您

去见某人 :: 荷兰语词汇

自学荷兰语