Leer Engels :: Les 113 Nuttige woorden

Engelse woordenlijst

Hoe zeg je in het Engels? Vraag; Antwoord; Waarheid; Leugen; Niets; Iets; Zelfde; Anders; Trekken; Duwen; Lang; Kort; Koud; Heet; Licht; Donker; Nat; Droog; Leeg; Vol;

1/20

Vraag

Question

Herhalen

2/20

Antwoord

Answer

Herhalen

3/20

Waarheid

Truth

Herhalen

4/20

Leugen

Lie

Herhalen

5/20

Niets

Nothing

Herhalen

6/20

Iets

Something

Herhalen

7/20

Zelfde

Same

Herhalen

8/20

Anders

Different

Herhalen

9/20

Trekken

Pull

Herhalen

10/20

Duwen

Push

Herhalen

11/20

Lang

Long

Herhalen

12/20

Kort

Short

Herhalen

13/20

Koud

Cold

Herhalen

14/20

Heet

Hot

Herhalen

15/20

Licht

Light

Herhalen

16/20

Donker

Dark

Herhalen

17/20

Nat

Wet

Herhalen

18/20

Droog

Dry

Herhalen

19/20

Leeg

Empty

Herhalen

20/20

Vol

Full

Herhalen

Les 114: Adjectieven

Leer Engels :: Les 113 Nuttige woorden

Engelse woordenlijst

Nuttige woorden :: Engelse woordenlijst

Op jezelf Engels leren