Leer Engels :: Les 84 Tijd en datum

Engelse woordenlijst

Hoe zeg je in het Engels? Morgen ochtend; Eergisteren; Overmorgen; Volgende week; Vorige week; Volgende maand; Vorige maand; Volgend jaar; Afgelopen jaar; Welke dag?; Welke maand?; Welke dag is het vandaag?; Het is vandaag 21 november; Maak me wakker om 8 uur; Hoe laat is jouw afspraak?; Kunnen wij er morgen over praten?;

1/16

Morgen ochtend

Tomorrow morning

Herhalen

2/16

Eergisteren

Day before yesterday

Herhalen

3/16

Overmorgen

Day after tomorrow

Herhalen

4/16

Volgende week

Next week

Herhalen

5/16

Vorige week

Last week

Herhalen

6/16

Volgende maand

Next month

Herhalen

7/16

Vorige maand

Last month

Herhalen

8/16

Volgend jaar

Next year

Herhalen

9/16

Afgelopen jaar

Last year

Herhalen

10/16

Welke dag?

What day?

Herhalen

11/16

Welke maand?

What month?

Herhalen

12/16

Welke dag is het vandaag?

What day is it today?

Herhalen

13/16

Het is vandaag 21 november

Today is November 21

Herhalen

14/16

Maak me wakker om 8 uur

Wake me up at 8

Herhalen

15/16

Hoe laat is jouw afspraak?

When is your appointment?

Herhalen

16/16

Kunnen wij er morgen over praten?

Can we talk about it tomorrow?

Herhalen

Les 85: Lichaamsdelen

Leer Engels :: Les 84 Tijd en datum

Engelse woordenlijst

Tijd en datum :: Engelse woordenlijst

Op jezelf Engels leren