Hoe zeg je in het Thais? Verkoper; Verkoopster; Ober; Serveerster; Piloot; Stewardess; Kok; Chef; Boer; Verpleegster; Politieagent; Brandweerman; Advocaat; Leraar; Loodgieter; Kapper; Kantoormedewerker;

Beroepen :: Thais woordenlijst

Op jezelf Thais leren

Nog meer Thaise lessen
Leer Thais Les 102 Professies
Leer Thais Les 103 Kantoorartikelen
Leer Thais Les 104 Kantoor artikelen
Leer Thais Les 105 Sollicitatie
Leer Thais Les 106 Sollicitatiegesprek
Leer Thais Les 107 Internetvoorwaarden
Leer Thais Les 108 Op internet surfen
Leer Thais Les 109 Website
Leer Thais Les 110 Computer onderdelen
Leer Thais Les 111 E-mailvoorwaarden
Leer Thais Les 112 Online winkelen
Leer Thais Les 113 Nuttige woorden
Leer Thais Les 114 Adjectieven
Leer Thais Les 115 Antoniemen
Leer Thais Les 116 Persoonlijke voornaamwoorden
Leer Thais Les 117 Bezittelijke voornaamwoorden
Leer Thais Les 118 Vragen
Leer Thais Les 119 Onbepaalde voornaamwoorden en verbindingswoorden
Leer Thais Les 120 Voorzetsels
Leer Thais Les 121 Algemene voorzetsels
Nog meer Thaise lessen