Leer Spaans :: Les 113 Nuttige woorden

Spaanse woordenlijst

Hoe zeg je in het Spaans? Vraag; Antwoord; Waarheid; Leugen; Niets; Iets; Zelfde; Anders; Trekken; Duwen; Lang; Kort; Koud; Heet; Licht; Donker; Nat; Droog; Leeg; Vol;

1/20

Vraag

(la) Pregunta

Herhalen

2/20

Antwoord

(la) Respuesta

Herhalen

3/20

Waarheid

(la) Verdad

Herhalen

4/20

Leugen

(la) Mentira

Herhalen

5/20

Niets

Nada

Herhalen

6/20

Iets

Algo

Herhalen

7/20

Zelfde

Igual

Herhalen

8/20

Anders

Diferente

Herhalen

9/20

Trekken

Tirar

Herhalen

10/20

Duwen

Empujar

Herhalen

11/20

Lang

Largo

Herhalen

12/20

Kort

Corto

Herhalen

13/20

Koud

Frío

Herhalen

14/20

Heet

Caliente

Herhalen

15/20

Licht

Luz

Herhalen

16/20

Donker

Oscuridad

Herhalen

17/20

Nat

Mojado

Herhalen

18/20

Droog

Seco

Herhalen

19/20

Leeg

Vacío

Herhalen

20/20

Vol

Lleno

Herhalen

Les 114: Adjectieven

Leer Spaans :: Les 113 Nuttige woorden

Spaanse woordenlijst

Nuttige woorden :: Spaanse woordenlijst

Op jezelf Spaans leren