Leer Spaans :: Les 94 Immigratie en douane

Spaanse woordenlijst

Hoe zeg je in het Spaans? Waar is de douane?; Douane kantoor; Paspoort; Immigratie; Visa; Waar ga je naartoe?; Identificatie bewijs; Hier is mijn paspoort; Heb je iets om aan te geven?; Ja, ik heb iets om aan te geven; Nee, ik heb niets om aan te geven; Ik ben hier voor zaken; Ik ben hier op vakantie; Ik zal hier een week zijn;

1/14

Waar is de douane?

¿Dónde está la aduana?

Herhalen

2/14

Douane kantoor

(la) Oficina de aduanas

Herhalen

3/14

Paspoort

(el) Pasaporte

Herhalen

4/14

Immigratie

(la) Inmigración

Herhalen

5/14

Visa

(el) Visado

Herhalen

6/14

Waar ga je naartoe?

¿A dónde te diriges?

Herhalen

7/14

Identificatie bewijs

(la) Forma de identificación

Herhalen

8/14

Hier is mijn paspoort

Aquí está mi pasaporte

Herhalen

9/14

Heb je iets om aan te geven?

¿Tienes algo que declarar?

Herhalen

10/14

Ja, ik heb iets om aan te geven

Sí, tengo algo que declarar

Herhalen

11/14

Nee, ik heb niets om aan te geven

No, no tengo nada que declarar

Herhalen

12/14

Ik ben hier voor zaken

Estoy aquí por negocios

Herhalen

13/14

Ik ben hier op vakantie

Estoy aquí de vacaciones

Herhalen

14/14

Ik zal hier een week zijn

Me quedaré una semana

Herhalen

Les 95: Reizen met een vliegtuig

Leer Spaans :: Les 94 Immigratie en douane

Spaanse woordenlijst

Immigratie en douane :: Spaanse woordenlijst

Op jezelf Spaans leren