Hoe zeg je in het Noors? Moeder; Vader; Broer; Zus; Zoon; Dochter; Ouders; Kinderen; Kind; Stiefmoeder; Stiefvader; Stiefzus; Stiefbroer; Schoonzoon; Schoondochter; Vrouw; Man;

Familieleden :: Noorse woordenlijst

Op jezelf Noors leren

Nog meer Noorse lessen
Leer Noors Les 35 Uitgebreide familieleden
Leer Noors Les 36 Vrienden
Leer Noors Les 37 Familie relaties
Leer Noors Les 38 Kleding
Leer Noors Les 39 Bovenkleding
Leer Noors Les 40 Onderkleding
Leer Noors Les 41 Babyartikelen
Leer Noors Les 42 Sieraden
Leer Noors Les 43 Make-up en schoonheidsproducten
Leer Noors Les 44 Toiletartikelen
Leer Noors Les 45 Kamers in een huis
Leer Noors Les 46 Gedeeltes van het huis
Leer Noors Les 47 Meubilair
Leer Noors Les 48 Huishoudelijke artikelen
Leer Noors Les 49 Badkameraccessoires
Leer Noors Les 50 Keukenapparatuur en keukengerei
Leer Noors Les 51 Tafel dekken
Leer Noors Les 52 Maaltijden
Leer Noors Les 53 Plaatsen in de stad
Leer Noors Les 54 Winkels in de stad
Nog meer Noorse lessen