Hoe zeg je in het Litouws? Grootouders; Grootvader; Grootmoeder; Kleinzoon; Kleindochter; Kleinkinderen; Kleinkind; Tante; Oom; Nicht; Neef; Neef; Nicht; Schoonvader; Schoonmoeder; Zwager; Schoonzus; Familielid;

Uitgebreide familieleden :: Litouws woordenlijst

Op jezelf Litouws leren

Nog meer Litouwse lessen
Leer Litouws Les 36 Vrienden
Leer Litouws Les 37 Familie relaties
Leer Litouws Les 38 Kleding
Leer Litouws Les 39 Bovenkleding
Leer Litouws Les 40 Onderkleding
Leer Litouws Les 41 Babyartikelen
Leer Litouws Les 42 Sieraden
Leer Litouws Les 43 Make-up en schoonheidsproducten
Leer Litouws Les 44 Toiletartikelen
Leer Litouws Les 45 Kamers in een huis
Leer Litouws Les 46 Gedeeltes van het huis
Leer Litouws Les 47 Meubilair
Leer Litouws Les 48 Huishoudelijke artikelen
Leer Litouws Les 49 Badkameraccessoires
Leer Litouws Les 50 Keukenapparatuur en keukengerei
Leer Litouws Les 51 Tafel dekken
Leer Litouws Les 52 Maaltijden
Leer Litouws Les 53 Plaatsen in de stad
Leer Litouws Les 54 Winkels in de stad
Leer Litouws Les 55 Dingen op straat
Nog meer Litouwse lessen