Hoe zeg je in het Italiaans? Grootouders; Grootvader; Grootmoeder; Kleinzoon; Kleindochter; Kleinkinderen; Kleinkind; Tante; Oom; Nicht; Neef; Neef; Nicht; Schoonvader; Schoonmoeder; Zwager; Schoonzus; Familielid;

Uitgebreide familieleden :: Italiaanse woordenlijst

Op jezelf Italiaans leren

Nog meer Italiaanse lessen
Leer Italiaans Les 36 Vrienden
Leer Italiaans Les 37 Familie relaties
Leer Italiaans Les 38 Kleding
Leer Italiaans Les 39 Bovenkleding
Leer Italiaans Les 40 Onderkleding
Leer Italiaans Les 41 Babyartikelen
Leer Italiaans Les 42 Sieraden
Leer Italiaans Les 43 Make-up en schoonheidsproducten
Leer Italiaans Les 44 Toiletartikelen
Leer Italiaans Les 45 Kamers in een huis
Leer Italiaans Les 46 Gedeeltes van het huis
Leer Italiaans Les 47 Meubilair
Leer Italiaans Les 48 Huishoudelijke artikelen
Leer Italiaans Les 49 Badkameraccessoires
Leer Italiaans Les 50 Keukenapparatuur en keukengerei
Leer Italiaans Les 51 Tafel dekken
Leer Italiaans Les 52 Maaltijden
Leer Italiaans Les 53 Plaatsen in de stad
Leer Italiaans Les 54 Winkels in de stad
Leer Italiaans Les 55 Dingen op straat
Nog meer Italiaanse lessen