Hoe zeg je in het Hongaars? Grootouders; Grootvader; Grootmoeder; Kleinzoon; Kleindochter; Kleinkinderen; Kleinkind; Tante; Oom; Nicht; Neef; Neef; Nicht; Schoonvader; Schoonmoeder; Zwager; Schoonzus; Familielid;

Uitgebreide familieleden :: Hongaarse woordenlijst

Op jezelf Hongaars leren

Nog meer Hongaarse lessen
Leer Hongaars Les 36 Vrienden
Leer Hongaars Les 37 Familie relaties
Leer Hongaars Les 38 Kleding
Leer Hongaars Les 39 Bovenkleding
Leer Hongaars Les 40 Onderkleding
Leer Hongaars Les 41 Babyartikelen
Leer Hongaars Les 42 Sieraden
Leer Hongaars Les 43 Make-up en schoonheidsproducten
Leer Hongaars Les 44 Toiletartikelen
Leer Hongaars Les 45 Kamers in een huis
Leer Hongaars Les 46 Gedeeltes van het huis
Leer Hongaars Les 47 Meubilair
Leer Hongaars Les 48 Huishoudelijke artikelen
Leer Hongaars Les 49 Badkameraccessoires
Leer Hongaars Les 50 Keukenapparatuur en keukengerei
Leer Hongaars Les 51 Tafel dekken
Leer Hongaars Les 52 Maaltijden
Leer Hongaars Les 53 Plaatsen in de stad
Leer Hongaars Les 54 Winkels in de stad
Leer Hongaars Les 55 Dingen op straat
Nog meer Hongaarse lessen