Leer Grieks :: Les 115 Antoniemen

Griekse woordenlijst

Hoe zeg je in het Grieks? Groot; Klein; Jong; Oud; Dun; Dik; Mooi; Lelijk; Dik; Dun; Alles; Niets; Ruig; Glad;

1/14

Groot

Μεγάλος (Megálos)

Herhalen

2/14

Klein

Μικρός (Mikrós)

Herhalen

3/14

Jong

Νέος (Néos)

Herhalen

4/14

Oud

Γέρος (Yéros)

Herhalen

5/14

Dun

Πολύ αδύνατος (Polí adínatos)

Herhalen

6/14

Dik

Χοντρός (Khontrós)

Herhalen

7/14

Mooi

Όμορφος (Ómorphos)

Herhalen

8/14

Lelijk

Άσχημος (Áskhimos)

Herhalen

9/14

Dik

Παχύ (Pakhí)

Herhalen

10/14

Dun

Λεπτό (Leptó)

Herhalen

11/14

Alles

Όλα (Óla)

Herhalen

12/14

Niets

Κανένας (Kanénas)

Herhalen

13/14

Ruig

Σκληρός (Sklirós)

Herhalen

14/14

Glad

Ομαλός (Omalós)

Herhalen

Les 116: Persoonlijke voornaamwoorden

Leer Grieks :: Les 115 Antoniemen

Griekse woordenlijst

Antoniemen :: Griekse woordenlijst

Op jezelf Grieks leren