Leer Grieks :: Les 113 Nuttige woorden

Griekse woordenlijst

Hoe zeg je in het Grieks? Vraag; Antwoord; Waarheid; Leugen; Niets; Iets; Zelfde; Anders; Trekken; Duwen; Lang; Kort; Koud; Heet; Licht; Donker; Nat; Droog; Leeg; Vol;

1/20

Vraag

Ερώτηση (Erótisi)

Herhalen

2/20

Antwoord

Απάντηση (Apántisi)

Herhalen

3/20

Waarheid

Αλήθεια (Alíthia)

Herhalen

4/20

Leugen

Ψέματα (Psémata)

Herhalen

5/20

Niets

Τίποτα (Típota)

Herhalen

6/20

Iets

Κάτι (Káti)

Herhalen

7/20

Zelfde

Ίδιο (Ídio)

Herhalen

8/20

Anders

Διαφορετικό (Diaphoretikó)

Herhalen

9/20

Trekken

Τραβώ (trabώ)

Herhalen

10/20

Duwen

σπρωχνώ (sprwchnώ)

Herhalen

11/20

Lang

Μακρύς (Makrís)

Herhalen

12/20

Kort

Μικρός (Mikrós)

Herhalen

13/20

Koud

Κρύο (Krío)

Herhalen

14/20

Heet

Καυτό (Kaftó)

Herhalen

15/20

Licht

Ανοιχτό (Anikhtó)

Herhalen

16/20

Donker

Σκούρο (Skoúro)

Herhalen

17/20

Nat

Υγρό (Igró)

Herhalen

18/20

Droog

Στεγνό (Stegnó)

Herhalen

19/20

Leeg

Άδειος (Ádios)

Herhalen

20/20

Vol

Γεμάτος (Yemátos)

Herhalen

Les 114: Adjectieven

Leer Grieks :: Les 113 Nuttige woorden

Griekse woordenlijst

Nuttige woorden :: Griekse woordenlijst

Op jezelf Grieks leren