Hoe zeg je in het Duits? Prullenbak; Deken; Kussen; Laken; Kussensloop; Sprei; Hanger; Schilderij; Kamerplant; Gordijnen; Tapijt; Klok; Sleutels;

Huishoudelijke artikelen :: Duitse woordenlijst

Op jezelf Duits leren