Leer Deens :: Les 113 Nuttige woorden

Deense woordenlijst

Hoe zeg je in het Deens? Vraag; Antwoord; Waarheid; Leugen; Niets; Iets; Zelfde; Anders; Trekken; Duwen; Lang; Kort; Koud; Heet; Licht; Donker; Nat; Droog; Leeg; Vol;

1/20

Vraag

Spørgsmål

Herhalen

2/20

Antwoord

Svar

Herhalen

3/20

Waarheid

Sandhed

Herhalen

4/20

Leugen

Løgn

Herhalen

5/20

Niets

Ingen

Herhalen

6/20

Iets

Nogen

Herhalen

7/20

Zelfde

Samme

Herhalen

8/20

Anders

Forskellig

Herhalen

9/20

Trekken

Træk

Herhalen

10/20

Duwen

Skub

Herhalen

11/20

Lang

Herhalen

12/20

Kort

Herhalen

13/20

Koud

Kold

Herhalen

14/20

Heet

Varm

Herhalen

15/20

Licht

Lys

Herhalen

16/20

Donker

Mørke

Herhalen

17/20

Nat

Våd

Herhalen

18/20

Droog

Tør

Herhalen

19/20

Leeg

Tom

Herhalen

20/20

Vol

Fuld

Herhalen

Les 114: Adjectieven

Leer Deens :: Les 113 Nuttige woorden

Deense woordenlijst

Nuttige woorden :: Deense woordenlijst

Op jezelf Deens leren