Leer Arabisch :: Les 35 Uitgebreide familieleden

Arabische woordenlijst

Hoe zeg je in het Arabisch? Grootouders; Grootvader; Grootmoeder; Kleinzoon; Kleindochter; Kleinkinderen; Kleinkind; Tante; Oom; Nicht; Neef; Neef; Nicht; Schoonvader; Schoonmoeder; Zwager; Schoonzus; Familielid;

1/18

Grootouders

الجد والجدة (al-ǧd wālǧdẗ)

Herhalen

2/18

Grootvader

جد (ǧd)

Herhalen

3/18

Grootmoeder

جدة (ǧdẗ)

Herhalen

4/18

Kleinzoon

حفيد (ḥfīd)

Herhalen

5/18

Kleindochter

حفيدة (ḥfīdẗ)

Herhalen

6/18

Kleinkinderen

أحفاد (aḥfād)

Herhalen

7/18

Kleinkind

حفيد (ḥfīd)

Herhalen

8/18

Tante

عمة أو خالة (ʿmẗ aū ẖālẗ)

Herhalen

9/18

Oom

عم أو خال (ʿm aū ẖāl)

Herhalen

10/18

Nicht

ابنة العم أو الخال (abnẗ al-ʿm aū al-ẖāl)

Herhalen

11/18

Neef

ابن العم أو الخال (abn al-ʿm aū al-ẖāl)

Herhalen

12/18

Neef

ابن الأخ أو الأخت (abn al-ʾaẖ aū al-ʾaẖt)

Herhalen

13/18

Nicht

بنت الأخ أو الأخت (bnt al-ʾaẖ aū al-ʾaẖt)

Herhalen

14/18

Schoonvader

أبو الزوج أو الزوجة (abū al-zūǧ aū al-zūǧẗ)

Herhalen

15/18

Schoonmoeder

أم الزوج أو الزوجة (am al-zūǧ aū al-zūǧẗ)

Herhalen

16/18

Zwager

أخ الزوج أو الزوجة (aẖ al-zūǧ aū al-zūǧẗ)

Herhalen

17/18

Schoonzus

أخت الزوج أو الزوجة (aẖt al-zūǧ aū al-zūǧẗ)

Herhalen

18/18

Familielid

قريب (qrīb)

Herhalen

Les 36: Vrienden

Leer Arabisch :: Les 35 Uitgebreide familieleden

Arabische woordenlijst

Uitgebreide familieleden :: Arabische woordenlijst

Op jezelf Arabisch leren