Uitspraakles Studiekaarten Woordenschatquiz Boter, kaas en eieren Memory Luisterquiz

Duits :: Les 28 Tijd: Afspraak

Woordenschat

Welke dag?

An welchem Tag?

Welke maand?

In welchem Monat?

Wanneer?

Wann?

Hoe laat is jouw afspraak?

Wann ist Ihr Termin?

Maak me wakker om 8 uur

Wecken Sie mich um acht

Naderhand

Hinterher

Altijd

Immer

Kunnen wij er morgen over praten?

Können wir morgen darüber reden?

Voordat

Vor

Vroeg

Früh

Later

Später

Vele malen

Oft

Nooit

Nie

Jetzt

Eens

Einmal

Soms

Manchmal

Gauw

Bald

Nog meer Duitse lessen

Les 29

Weer en seizoenen

Les 30

Antoniemen: Groot / klein

Les 31

Antoniemen: Gemakkelijk / moeilijk

Les 32

Antoniemen: Koud / warm

Les 33

Antoniemen: Langzaam / snel

Les 34

Antoniemen: Meer / minder

Les 35

Antoniemen: Oud / nieuw

Lichaam: Bovenlichaam

Les 39

Lichaam: Onderlichaam

Les 40

Reizen: Luchthaven

Les 41

Reizen: In het vliegtuig

Les 42

Reizen: Vertrek en aankomst

Les 43

Reizen: Waar is mijn bagage?

Les 44

Reizen: Waar ga je heen?

Les 45

Reizen: Aangekomen op uw bestemming

Hotel: Hotelkamer-boekingen