Hoe zeg je in het Spaans? Romp; Schouder; Borstkas; Rug; Middel; Arm; Elleboog; Onderarm; Pols; Hand; Vinger; Duim; Nagel; Billen; Heup; Been; Dij; Knie; Enkel; Kuit; Voet; Hiel; Tenen;

Anatomie :: Spaanse woordenlijst

Op jezelf Spaans leren