Hoe zeg je in het Zweeds? Bakkerij; Stokbrood; Donut; Koekje; Bolletje; Toetje; Cake; Brood; Taart;

Bakkerij :: Zweedse woordenlijst

Op jezelf Zweeds leren

Nog meer Zweedse lessen
Leer Zweeds Les 70 Drankjes
Leer Zweeds Les 71 In een restaurant
Leer Zweeds Les 72 Het menu
Leer Zweeds Les 73 Voedsel voorbereiding
Leer Zweeds Les 74 Dieet restricties
Leer Zweeds Les 75 Hoe is het eten?
Leer Zweeds Les 76 De rekening betalen
Leer Zweeds Les 77 Vervoer
Leer Zweeds Les 78 Routebeschrijving
Leer Zweeds Les 79 De weg vragen
Leer Zweeds Les 80 De weg wijzen
Leer Zweeds Les 81 De weg vinden
Leer Zweeds Les 82 Tijdsuitdrukkingen
Leer Zweeds Les 83 Tijd vocabulaire
Leer Zweeds Les 84 Tijd en datum
Leer Zweeds Les 85 Lichaamsdelen
Leer Zweeds Les 86 Anatomie
Leer Zweeds Les 87 Organen
Leer Zweeds Les 88 Medische benodigdheden
Leer Zweeds Les 89 Medisch kantoor
Nog meer Zweedse lessen